shopping-bag 0
Items : 0
Subtotaal : 0.00
Winkelmand Check Out

Jeugd Info

Het doel van deze site is:
U van informatie te voorzien over de renners en rensters, maar ook kunt er algemene informatie vinden.
Tevens kunnen wij leden op de hoogte houden van het laatste nieuws en geïnteresseerde een indruk geven wie we zijn en wat we doen.

Wie kan er lid worden?
Iedereen in de leeftijd van 7 tot en met 14 jaar kan lid worden van de jeugd afdeling van D.R.C. de  Mol.
De kinderen worden in gr
oepen ingedeeld en gaan zo veel mogelijk onder begeleiding van een trainer het parcours op. De kleintjes die voor de eerste keer komen trainen worden persoonlijk wegwijs gemaakt op het parcours. Als de kinderen dan een beetje stuurvast zijn en weten hoe alles in zijn werk gaat worden ze in een groep die qua leeftijd en niveau in gedeeld.

De contributie
De contributie voor jeugdleden is 100,- euro per jaar. Indien er meerdere leden uit een gezin lid zijn van D.R.C. de Mol gelden hier kortingsregels. Indien er wedstrijden gereden gaan worden moet er bij de KNWU een licentie aangevraagd worden.

Jeugdlicenties.
Wat er nodig alvorens er een licentie aangevraagd kan worden Klik hier. 

De kosten van een jeugdlicentie zijn € 36,-

Fietsen
Bij de Mol hebben wij een aantal racefietsen ter beschikking welke men kan huren. Op deze manier komt u niet direct voor grote uitgaven te staan en kunnen de kinderen eerst eens proberen of ze het fietsen wel zo leuk vinden als dat ze in eerste instantie dachten. Een fiets huren kost 75 euro per seizoen.

Kleding
Kleding kan zelf aangeschaft worden of kan verkregen worden via de kledingcommissie. Tijdens de training maakt het op zich niet zo veel uit wat er gedragen wordt. Hij moet alleen wel veilig zijn, het mag niet te los zitten. Een te wijde broek kan bijvoorbeeld tussen de ketting en het tandwiel komen. Het is tijdens wedstrijden wel verplicht de clubkleding te dragen. Deze kan ook via de kledingcommissie verkregen worden. Ook krijgt men aan het eind van het seizoen bericht of men nog kleding wil bestellen voor het nieuwe seizoen. De kleding is door de sponsors voor een sterk gereduceerde prijs te koop. Deze reductie is alleen van toepassing op licentie houders.

Helmen
Het dragen van een goed gekeurde helm is tijdens trainingen op het parcours en tijdens wedstrijden verplicht. Voor nieuwe leden of kinderen die eens willen kijken of wielrennen hun sport wel gaat worden zijn er helmen te leen in de kantine.

Het begin als jeugdwielrenner
Je mag als jeugdwielrenner beginnen met wedstrijden in het jaar dat je acht wordt. Je behoeft niet te wachten tot je achtste verjaardag, maar het kan al op Nieuwjaarsdag ingaan. Als je wedstrijden wil gaan rijden, moet er het een en ander worden geregeld. De Mol vraagt bij de KNWU een licentie voor je aan.
Een licentie is een kaartje (het lijkt op een bankpasje) waarop onder andere je pasfoto staat en waarop jijzelf je handtekening moet zetten. Als je zo’n licentie eenmaal hebt, mag je aan wedstrijden meedoen.

Categorie indeling
De jeugd wordt onderverdeeld in leeftijdsgroepen. Zo’n leeftijdsgroep noemt men een categorie. Je hebt de categorieën 1 tot en met 7. Word je in de loop van het jaar 8 jaar oud, dan rijd je het gehele jaar in categorie 1. Ieder jaar ga je een categorie hoger rijden. In het jaar dat je 14 wordt, rijd je dan in categorie 7. Maar meisjes rijden een categorie lager dan even oude jongens. Een meisje kan dus twee jaar in categorie 1 rijden, want in het jaar dat ze 9 jaar oud wordt, mag ze ook nog in categorie 1.

Categorie 1

Jongens in het jaar dat ze acht worden
Meisjes in het jaar dat ze acht worden en meisjes in het jaar dat ze negen worden

Categorie 2

Jongens in het jaar dat ze negen worden
Meisjes in het jaar dat ze tien worden

Categorie 3

Jongens in het jaar dat ze tien worden
Meisjes in het jaar dat ze elf worden

Categorie 4

Jongens in het jaar dat ze elf worden
Meisjes in het jaar dat ze twaalf worden

Categorie 5

Jongens in het jaar dat ze twaalf worden
Meisjes in het jaar dat ze dertien worden

Categorie 6

Jongens in het jaar dat ze dertien worden
Meisjes in het jaar dat ze veertien worden

Categorie 7

Jongens in het jaar dat ze veertien worden

Inschrijven voor wedstrijden
Als je mee wilt doen aan een wedstrijd, moet je je daar voor inschrijven klik hier….
Dat gaat via de website van de KNWU waar je alle wedstrijden die gereden kunnen worden zien.
Als je ingeschreven hebt krijg je een bevestiging dat je ingeschreven staat. Als dus ineens niet kan doordat je ziek bent moet je dit wel doorgeven aan de organisatie van de wedstrijd.

In principe mogen jeugdrenners, reglementair gezien, onbeperkt aan wedstrijden deelnemen. Natuurlijk betekent dat niet dat dit verstandig is als een jeugdrenner iedere dag aan een wedstrijd mee doet. Ieder mens heeft van tijd tot tijd rust nodig, en jeugd zelfs wat meer. Van een wedstrijd wordt je niet alleen lichamelijk moe, het brengt ook spanning met zich mee. Ook daarvan moet je bijkomen! Wij zijn dus geen voorstander dat er elk weekend meerdere wedstrijden gereden worden.

Toegestane verzetten
Een fiets heeft een zogenaamd “verzet”. Dat is de afstand die de fiets aflegt als de trapas precies één keer ronddraait. Als je een heel groot voortandwiel en een heel klein achtertandwiel hebt, dan legt de fiets een grote afstand af. Men zegt dan dat je een zwaar verzet hebtAls jeugdrenner mag je niet met een zwaar verzet rijden, dit is voornamelijk om blessures te voorkomen. Op een te zwaar verzet rijden is voor jonge kinderen een te grote belasting voor voornamelijk de knie  gewrichten.
Je verzet mag niet zwaarder zijn dan:

categorie

weg

baan

veldrijden

1

5,46 m

5,46 m

5,22 m

2

5,46 m

5,46 m

5,22 m

3

5,78 m

5,78 m

5,52 m

4

5,78 m

5,78 m

5,52 m

5

6,14 m

6,14 m

5,87 m

6

6,14 m

6,14 m

5,87 m

7

6,55 m

6,55 m

6,26 m

Vaak wordt door de jury gecontroleerd of je verzet niet te zwaar is. Die controle kan voor of na de wedstrijd plaatsvinden. De jury maakt daarbij meestal gebruik van een meetlat. Ze meet dan de afstand die de fiets aflegt per  omwenteling van de trapas. Bij controle van het verzet wordt uitgegaan van het grootste voorblad en het kleinste achtertandwiel dat zich op de fiets bevindt. Met een eventuele borging van de derailleurs wordt geen rekening gehouden. Het verzet dat op een fiets zit, kan als volgt worden berekend:
neem de omtrek van het achterwiel met opgepompte band, vermenigvuldig dit met het aantal tanden van  het voortandwiel, en deel de uitkomst door het aantal tanden van het achtertandwiel.
Het kan ook andersom:
vermenigvuldig het aantal tanden van het achtertandwiel met het toegestane verzet, en deel de uitkomst door
de wielomtrek; afgerond naar beneden heb je dan het maximale aantal tanden van het voortandwiel.

Dispensatie
Als je veel wedstrijden wint, wil je misschien liever in een hogere categorie meedoen. Daarvoor kan je club dispensatie aanvragen. Er is echter geen weg terug. Je moet in die hogere categorie blijven tot aan je eerstvolgende verjaardag. Als je meedoet aan een Nationaal Kampioenschap moet je ook daar rijden in die hogere categorie.

De meisjes in een bepaalde categorie zijn een jaar ouder dan de jongens. Maar wellicht rijd jij, als je een meisje bent, toch liever tegen even oude jongens. Dat kan; je club kan daarvoor toestemming vragen aan de KNWU.

Voor alle duidelijkheid:
Het is niet de bedoeling dat je de ene wedstrijd in de ene, en de andere wedstrijd in de andere categorie rijdt. Meisjes rijden normaal gesproken tegen jongens die een jaar jonger zijn. Ze rijden tegen even oude jongens als ze daarvoor toestemming hebben van de KNWU. Jongens rijden normaal gesproken bij hun eigen leeftijdsgroep. Ze rijden een categorie lager als ze van de KNWU een brief hebben ontvangen dat dit mag. Ze blijven dan in de lagere categorie tot de dispensatie is ingetrokken. Ook als je een categorie hoger rijdt, heb je een brief van de KNWU nodig.

Als je 15 jaar of ouder bent, kun je geen dispensatie krijgen om bij de jeugd te rijden. Je mag niet met een jeugdlicentie deelnemen aan een nieuwelingenwedstrijd, of omgekeerd.

Voor Veldrijden is er een aparte regeling.
Als je een jeugdlicentie hebt en je behoort tot categorie 7, dan mag je vanaf september deelnemen aan veldwedstrijden voor nieuwelingen of nieuweling-meisjes.

 

Verzorging en onderhoud Helm, schoenen en kleding
De helm – verplicht – moet een ‘harde-schaal’ helm zijn (geen ‘worst’-helm). Wanneer je een helm wilt aanschaffen, kijk dan eerst binnen de vereniging. Want een ‘harde-schaal’ helm is al gauw meer dan € 50.

Een goed zittende schoen is van belang voor een goede tred op de pedalen. Er onder zitten doorgaans klemplaatjes; zodra er een beetje ervaring is, gaan wielrenners click-pedalen gebruiken waar die plaatjes in passen en waarmee de schoenen vast op de pedalen worden gezet. Daarom is er altijd een wat vreemd klepperend geluid als wielrenners lopen en hoor je een hoop geklik bij de start van een wielerwedstrijd. Draag witte sokken in de schoenen, ook dat staat veel mooier dan een paar geitenwollen kousen, ja toch. Vroeger was dat zelfs verplicht. De kleding moet altijd schoon zijn. Dat staat netjes en verzorgd bij de wedstrijden. Vooral de koersbroek moet goed schoon gehouden worden. Je zit namelijk met je blote bips in de broek op de zeem. Daarom moet die goed schoon blijven. Infecties e.d. aan je zitvlak zijn zeer onprettig. De verzorging van je kruis is dus van groot belang. Goed wassen, vooral na de training en wedstrijden is belangrijk. De rest natuurlijk ook, maar je zitgedeelte moet goed schoon zijn om (steen)puistjes te voorkomen. Want dat laatste is voor een wielrenner zo ongeveer het ergste wat hem/haar kan overkomen. Handschoentjes zijn prettig en bij eventuele valpartijen bieden ze bescherming.
Heb je een valpartij meegemaakt dan moeten vooral schaafwonden goed verzorgd worden. Houd ze bovenal droog als het kan. Alleen als het fris is (minder dan 15 ºC) rijd je in lange broek en een jack.
Normaal gesproken fiets je dus in de koersbroek en shirt. Na de wedstrijd moet je er voor zorgen niet te gauw af te koelen. Trek dan je jack aan, eventueel ook je lange broek. Zorg er steeds voor dat alles netjes oogt; de sponsor betaalt er veel geld voor.

Voeding
Goede voeding is belangrijk, maar dat haal je niet uit speciale drankjes en reepjes. Gewoon brinta, aardappels,  groente, macaroni, spaghetti etc. zijn nog altijd het beste gebleken. Zorg ervoor dat een flinke tijd voor de wedstrijd of training gegeten hebt, anders krijg je last van je maag. Je kunt eventueel vlak voor de strijd wat druivensuiker nemen. Een banaan is bij jeugd zeer populair (“zonder  banaan, rijdt …… niet vooraan”). Vergeet niet te drinken. Vooral op warme dagen is een goede vochthuishouding belangrijk. Gewoon water is erg goed.

De fiets
De fiets moet ook goed onderhouden worden controleer deze dus ook regelmatig. Doen de remmen het nog goed, is er speling in spaken, is de ketting smerig en is de spanning en richting  nog goed. Kijk of het zadel goed vast zit en of de hoogte nog goed is. Ook af en toe nagaan of je speling hebt in je stuur en de assen van je wielen. Kijk ook of alles goed vast zit als er iets losraakt kunnen er vervelende valpartijen gebeuren. Maak de fiets regelmatig schoon. Het is zo jammer als niet mee kan doen door achterstallig onderhoud. Banden moeten hard opgepompt zijn (tenminste 5 atm of bar) en nog een goed profiel hebben. Door al het rijden, zeker op wegen met steenslag, komen er hele kleine steentjes in de band.
Peuter die er af en toe voorzichtig uit, dit voorkomt onnodig lekrijden. Reserve-spullen en klein gereedschap meenemen naar wedstrijden kan zeer nuttig zijn. Maar voorkomen is beter dan genezen.

Goed op de fiets zitten is heel belangrijk, het kan zelf blessures voorkomen. De stand van het zadel speelt een belangrijke rol. Een goede framehoogte natuurlijk ook, maar met een langere zadelpen en stuurvoorbouw is veel goed te maken. Experimenteer en probeer verschillende standen. Heb je eenmaal een goede stand gevonden, schrijf dan desnoods de maten op.

De racefiets
Voor je een fiets gaat aanschaffen, moet je wel weten wat je gaat kopen. Het is wellicht raadzaam even te vragen waaraan een fiets zoal moet voldoen.
Een fiets mag niet te groot of te klein zijn, en het verzet (verhouding aantal tanden op grootste voor-tandwiel en kleinste achter-tandwiel) moet zodanig zijn dat per pedaalslag (eenmaal rond) niet meer dan de maximale  afstand in de zoals te lezen inde tabel wordt afgelegd. Per categorie zijn die afstanden verschillend en er is verschil tussen rijden op de weg en in het veld. Het aantal tanden voor en achter mogen dus in feite net zo groot of klein zijn (evenals de wielen) als de afgelegde weg maar o.k. is. Hoe je dat meet?
Eerst de ketting over het grootste voor-tandwiel en het kleinste achter-tandwiel laten lopen. Vervolgens de fiets recht achteruit duwen nadat eerst een crank (waar de pedaal aan vastzit) precies naar beneden is gezet. Blijven duwen tot deze crank weer precies naar beneden wijst. De afgelegde afstand vervolgens meten en vergelijken met de maximale afstanden in de tabel. Hoe groot of klein een fiets moet zijn, hangt uiteraard van de renner af. Frame-grootte, zadelhoogte, stuurhoogte en -breedte zijn van belang.
Ook belangrijk zijn de afstanden tussen stuur, zadel en pedalen; deze bepalen de ‘zit’.

Bij een racespecialist bijvoorbeeld onze hofleverancier Profiel Kramer kun je deze maten laten meten.

Cate-gorie

Leeftijd (jaar)

Max. afstand per pedaalslag (meter)

Verzet-advies voor de weg bij bandomtrek van :

Max. afstand en aantal deelnemers in weg-wedstrijden

Jongens

meisjes

weg

veld

213 mm

211 mm

km

aantal

1

7 of 8

7, 8 of 9

5,46

5,22

46 x 18

 —

6

35

2

9

10

5,46

5,22

46 x 18

 —

8

35

3

10

11

5,78

5,52

46 x 17

52 x 19

12

45

4

11

12

5,78

5,52

46 x 17

52 x 19

15

50

5

12

13

6,14

5,78

46 x 16

52 x 18

20

55

6

13

14

6,14

5,78

46 x 16

52 x 18

25

65

7

14

6,55

6,26

46 x 15

52 x 17

30

75

Een keuze uit twee adviezen voor het verzet. Met de ‘213 mm’-kolom zit men altijd goed (KNWU advies).
De ‘211 mm’-kolom is erbij gezet omdat het 52-tands voor-tandwiel hèt blad is bij de ‘ouderen’. Het betekent wel even opletten bij het kopen van buitenbanden. Deze mogen niet te dik zijn want dan komt men met de omtrek over de 211 mm (en daarmee over de maximale afstand per pedaalslag) en daarmee ontdekt worden betekent onherroepelijk een startverbod vóór een wedstrijd en diskwalificatie na een wedstrijd.

Veldrijden
Veldrijden, crossen of cyclocrossen is een herfst en winterse aangelegenheid. Niet alle wielrenners doen er aan mee. Die gaan bijvoorbeeld hardlopen of schaatsen en dat is prima, als je maar goed in beweging blijft. Voor het veldrijden gelden andere maximale afstanden per pedaalslag, en dus andere verzetten dan bij het  wegwielrennen. Veldrijden doe je uiteraard in het veld en in de bossen. Daarbij hoort af en toe een stukje (hard)lopen met opgetilde fiets over stukken die niet te doen zijn op de fiets. Je wordt er wel vuil van door stof en modder, vooral tijdens of vlak na slecht weer. Maar je gaat helemaal op in de natuur en kinderen die meedoen vinden het meestal prachtig.
 Moeders vaak niet vanwege de vele was.
Vaders ook niet vanwege het vele poetsen en smeren van de ketting. Je rijdt bij wedstrijden doorgaans een bepaalde tijd en nog een laatste ronde. Het is wel zwaarder dan op de weg. Je leert er goed van sturen en ook het beheersen van de fiets (evenwicht, balans en dergelijke) krijg je beter onder de knie.
Valpartijen zijn niet erg omdat je minder snel gaat en vaak in het zand of gras valt. De laatste jaren komt meer en meer de ATB (all-terrain-bike) of mountainbike opzetten. Het verschil is natuurlijk goed te zien: een ATB heeft meer derailleur-werk en is forser en zwaarder. In tegenstelling tot een veldrit heeft een ATB-wedstrijd dan ook geen stuk parkoers waarover je alleen maar kunt lopen, alles is te fietsen.
Veldrijders en ATB-ers kunnen prima samen trainen en dat gebeurt vaak ook. Dit gebeurd ook bij D.R.C. de Mol de trainingsavond is op woensdag (zie voor tijden het trainingsschema). Wij hopen u op deze manier voldoende informatie te hebben gegeven.

Zijn er nog vragen zijn waarop u geen antwoord kon vinden, vraag het ons.